De echte tonderzwam is een donkergrijze tot donkerbruine, tot 20 cm grote hoefvormige paddenstoel.
Deze schimmel groeit op dode of halfdode bomen, waarbij ze een voorkeur hebben voor berken. De tonderzwam werd vroeger gebruikt als tondel voor het maken van vuur en werd samen met vuurstenen in een tondeldoos meegenomen. Met de vonken van tegen elkaar geslagen vuurstenen werd een plukje aangestoken, waarna met de smeulende tondel een houtvuur kon worden aangeblazen. Zeldzame kevers en sluipwespen leven en leggen hun eitjes in of op de tonderzwam. Omdat de tonderzwam langzaam groeit en wel tientallen jaren oud kan worden, betekent de verwijdering ervan een bedreiging voor het voortbestaan van deze insecten.