Van zowel Anton als Helene zijn biografieën verschenen. Onderstaand vindt u meer informatie over de boeken die de levensloop schetsen van de twee echtelieden die het Park stichtten. Beide boeken zijn verkrijgbaar in de Parkwinkel in het Bezoekerscentrum van het Park.
Anton Kröller (1862 - 1941); Leven op krediet
Door Ariëtte Dekker
Anton Kröller (1862-1941) is een van de meest vergeten ondernemers uit de Nederlandse geschiedenis. Hij wordt vaak alleen nog herinnerd als grondlegger van Het Nationale Park De Hoge Veluwe en als degene die Helene Kröller-Müller de middelen verstrekte om haar wereldberoemde kunstcollectie op te bouwen. Anton Kröller, zoon van een eenvoudige Rotterdamse aannemer, was niettemin een van de machtigste en meest omstreden zakenlieden van zijn tijd. Gesteund door een bloeiende kapitaalmarkt bouwde hij Wm.H. Müller & Co uit tot een wereldconcern, met graanbelangen in Rusland, Roemenië en Argentinië en ijzerertsmijnen in Algerije, Zweden, Spanje en Frankrijk. Kröller was van grote betekenis voor de ontwikkeling van Rotterdam tot overslaghaven van massagoed naar Duitsland.
Vóór en tijdens de Eerste Wereldoorlog voorzag Anton Kröller zowel de Duitsers als de Engelsen van ijzererts en graan. Gedurende de oorlog onderhandelde hij voor de Nederlandse regering met Duitsland en Engeland en was hij haar voornaamste adviseur over de verdeling van de landbouwproductie. Kröller vergat daarbij echter nooit zijn eigen belang. Van de oorlogswinsten van Müller & Co liet hij architect H.P. Berlage het bekende Jachthuis Sint Hubertus op De Hoge Veluwe bouwen.
Na afloop van de Eerste Wereldoorlog kwam zijn onderneming in grote problemen, die de Rotterdamsche Bank dreigden mee te sleuren. Kröller bleek de cijfers van zijn bedrijf op grote schaal te hebben geflatteerd. Het financiële schandaal dat hij veroorzaakte heeft vele parallellen met het heden: gretige bankiers, naïeve beleggers en achterblijvende wetgeving. Anders dan nu het geval zou zijn geweest, werd Anton Kröller echter nooit vervolgd.
Ariëtte Dekker (1964) studeerde bedrijfseconomie in Rotterdam, werkte enige jaren in de financiële journalistiek en daarna twintig jaar in het bankwezen. Haar biografie van scheepsbouwer Cornelis Verolme (2005) werd bekroond met de Dutilhprijs 2006 voor beste publicatie over de geschiedenis van Rotterdam.
De eeuwigheid verzameld. Helene Kröller-Müller (1869-1939)
Een kist gevuld met 3.400 brieven betekende het begin van de zoektocht naar het ware verhaal achter Helene Kröller-Müller. Eva Rovers toont in deze meeslepende biografie aan dat het levensverhaal van Nederlands bekendste verzamelaar ongelofelijker en indrukwekkender was dan de geruchten van spilzucht en overspel, die vaak over haar de ronde doen.
Rond 1900 was Helene Kröller-Müller een van de rijkste vrouwen van Nederland. Samen met haar man Anton Kröller kocht ze vol overgave schilderijen van Van Gogh, Picasso en Mondriaan, maar zij deinsde er ook niet voor terug om tijdens de Eerste Wereldoorlog als verpleegster in een veldhospitaal te werken. Haar levensdoel was het bouwen van een museum voor haar unieke collectie en dit te schenken aan het Nederlandse volk. Als de eerste fundamenten zijn gelegd, slaat het noodlot toe. Het is aan haar vastberadenheid te danken dat in 1938 – een jaar voor haar dood – het Kröller-Müller Museum alsnog kon worden geopend. Maar de prijs die zij daarvoor betaalde, was hoog.
De auteur is Eva Rovers. Haar boek werd onder meer bekroond met de de prestigieuze Erik Hazelhoff Roelfzema Biografieprijs, een tweejaarlijkse prijs voor de beste biografie binnen het Nederlands taalgebied. Het boek ontving tevens de Jan van Gelderprijs (uitgereikt door de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici) en werd door NRC Handelsblad aangeprezen als een van de beste boeken van 2010. Naast deze biografie werkte Eva samen met regisseur Leo de Boer aan een documentaire over het roerige leven van Kröller-Müller, die werd uitgezonden in het Uur van de Wolf.