Nieuws van boswachter Henk Ruseler: november
Nu de zon langzaam steeds dichter bij de Steenbokkeerkring komt te staan en bij ons de daglengte afneemt is dat voor velen een reden om wat minder vaak een stevige boswandeling te maken. Toch is dat jammer want ook al verdwijnen langzamerhand de laatste bloemen en worden de bomen kaal, er is in november nog genoeg te beleven. Op het moment dat ik deze blog schrijf beginnen juist de inlandse eiken en beuken flink te verkleuren dus wanneer de stormen nog even uitblijven kunnen we de komende maand nog even van de herfstkleuren genieten.
Na de haarwisseling hebben reeën en herten een nog betere schutkleur.
Wie de laatste tijd goed heeft opgelet, zal hebben opgemerkt dat reeën en edelherten langzamerhand van kleur zijn veranderd. De meeste hebben nu een bruingrijze wintervacht. Deze beharing in de winter bestaat uit dekharen met daaronder een wollige onderbeharing. De dekharen zijn hol en met lucht gevuld. Het onderhaar is heel dun en krullend. De dekharen en het onderhaar vormen samen een optimale isolatie zodat de dieren goed bestand zijn tegen de kou. Met hun bruingrijze winterkleur vallen de dieren in het ook al overwegend grijsbruine winterbos veel minder op. Goed opletten dus.
Wintergasten op het Park
Ieder jaar zijn ze er weer, vogels die er voor kiezen om juist op het Park te overwinteren. Tijdens de Herfst Fotosafari eind vorige maand zagen wij een mannetje van de blauwe kiekendief laag boven het Deelense Veld jagen. De typische kiekendieven vliegwijze is met vleugelslagen afgewisseld door glijvluchten, daarbij houden ze de vleugels in ondiepe V. Mannetjes zijn van opvallend licht, met zwarte vleugelpunten. De witte stuit is vooral bij vrouwtjes en jongen opvallend. Deze zijn bruin en hebben zwarte banden over de staart en ondervleugels. De blauwe kiekendief is hier verder de hele winterperiode in het Park te zien.
Nieuws van de Florawerkgroep
Binnen de Vereniging Vrienden van De Hoge Veluwe zijn twee werkgroepen op het gebied van dieren- en planteninventarisatie actief. Dankzij deze werkgroepen weten wij al vele jaren achtereen welke, vaak zeldzame, planten- en diersoorten er in het Park aanwezig zijn. Bijna jaarlijks worden er ook weer nieuwe soorten in het Park ontdekt. De Florawerkgroep registreerde dit jaar 524 soorten en de leden van de werkgroep voerden na alle terreinbezoeken in totaal 6278 waarnemingen in. De laatste 10 jaar werden in totaal 756 soorten waargenomen. Dit jaar werden 17 soorten voor het eerst in het Park gevonden, waaronder Eekhoorngras, Akkerleeuwenbek en Zandambrosia. Ook werd in 2017 de Bleke zegge na afwezigheid van 20 jaar weer waargenomen.
Beheer van de grote fauna
Op de Hoge Veluwe is jacht geen op zichzelf staand doel maar een sluitstuk van alles omvattend beheer van de aantallen stuks grofwild in relatie tot het natuurterrein en haar overige, vaak zeldzame, flora en fauna, de natuurlijke bosontwikkeling en het beschikbare voedsel. De gewenste voorjaarsstanden voor edelhert, wild zwijn en moeflon zijn vastgesteld en om tot deze gewenste voorjaarstanden te komen, is er in de afgelopen maanden afschot gepleegd. Op dit moment is ongeveer de helft van het totale afschot gerealiseerd. Verdeeld over de drie soorten ziet dit er als volgt uit. Edelherten : 84 van de 201 gerealiseerd, Wilde zwijnen : 208 van de 323 gerealiseerd en Moeflons : 15 van de 102 gerealiseerd.
Het geschoten wild van het Park wordt door een gespecialiseerde slager geslacht en via onze website zijn de verschillende wildbraadpakketten te koop.