Nieuws van boswachter Henk Ruseler: mei

Vrijdag 29 april 2016

In de meimaand verbaast de natuur ons met een massaliteit van jong blad. Afhankelijk van de temperatuur zie je de loofbossen met de dag groener worden. Een grote monumentale zomereik heeft zomaar 200.000 bladeren. Een fikse beuk doet daar met maar liefst 670.000 bladeren nog een schepje bovenop. Het dichte bladerdek bij jonge bomen en struiken zorgt er ook voor dat dieren zich weer gemakkelijker kunnen verstoppen. Maar gelukkig zijn er volop open plekken en wildweiden waar het edelhert, ree, wild zwijn en moeflon zich in de komende tijd volop laten zien.

Fauna

Deze en de volgende maand staan in het teken van het jonge leven. Er zijn nu al volop jongen van onze moeflons en wilde zwijnen te zien en deze maand komen daar de reekalveren bij. Past u op wanneer u een reekalf alleen tegenkomt. Het is beslist niet door zijn moeder verlaten.

Bij zonnig weer zijn onze reptielen actief. Bij een wandeling langs onze heide- en zandige gebieden kun je onder andere de adder, zandhagedis, gladde slang en hazelworm tegenkomen.

Bijna alle van de broedvogelsoorten op de Hoge Veluwe zijn deze maand met hun broedzorg bezig. Vooral het mannetje heeft daarbij een zware taak, hij moet naast het aanvliegen van voedsel ook nog eens zijn territorium verdedigen.

Op onze voormalige stuifzanden is deze maand de zeldzame lentevuurspin te zien. Het is een van de opvallendste spinnen van Nederland. Wie hem ziet herkent hem direct: een zwarte spin met stevige, korte poten en een knalrood achterlijf met zwarte stippen in een vierkant. De achterpoten zijn gedeeltelijk rood behaard en alle poten hebben witte ringbandjes. In ons land is de soort niet te verwarren met enig andere soort. Het mannetje is ongeveer een centimeter lang, het vrouwtje is ongeveer twee keer zo groot. Zij is afgezien van wat verspreide gelige beharing helemaal zwart. Ze wordt vrijwel nooit gezien, omdat ze ingegraven in de grond leeft.

Flora

Behalve dat we kunnen genieten van een steeds groener wordende Hoge Veluwe, zijn er deze maand ook al weer veel bloeiende planten te vinden zoals: akkerhoornbloem, brem, duinreigersbek, muizenoor, waterviolier, witte waterlelie en gele lis. Veel van deze vroege bloeiers zijn te zien langs de wandeling rondom de vijver bij het Jachthuis en om de Veentjesweide.

Beheer

In 2015 heeft de Faunawerkgroep de kleine fauna in het Nationale Park De Hoge Veluwe geïnventariseerd. Afgelopen maand is hiervan een uitgebreid jaarverslag met bijna alle waarnemingen verschenen. De Zoogdiervereniging heeft in het kader van de restauratie van het Jachthuis en het dienstgebouw een uitgebreid onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van vleermuizen.

In totaal maken drie soorten vleermuizen gebruik van deze gebouwen: gewone dwergvleermuizen, laatvliegers en gewone grootoorvleermuizen. Zij gebruiken het gebouw als voorjaars-, zomer-, paarverblijf en overwinteringsverblijf. Deze gebouwen hebben waarschijnlijk geen functie als kraamverblijf. Afhankelijk van de buitentemperatuur en het seizoen zitten de vleermuizen in verschillende delen van het gebouw. Rapportages van de Fauna- en Florawerkgroep zijn belangrijke graadmeters van hoe wij ons beheer uitvoeren en hoe deze, waar nodig, bijgesteld kan worden.