Nieuws van boswachter Henk Ruseler: juli

Op de geboorte van grote dieren in het Park heeft het geen invloed gehad en overal zijn de jongen van edelhert, wild zwijn en ree te zien. Wie in de avond het Park bezoekt, kan in juli het geluk hebben om een jonge vos of das tegen te komen. Deze jongen gaan vanaf het veilige hol steeds langere uitstapjes maken. Dat geeft, in combinatie met de openingstijd van het Park tot ’s avonds 22:00uur, u een goede kans om de jonge dieren tegen te komen.

Grote fauna
Door voldoende neerslag in de afgelopen weken zijn de wildweiden in optimale conditie. Ze werken momenteel als een magneet op het wild. Vooral de edelherten zijn er in de namiddag regelmatig te zien. Bij de observatieplaatsen Zwarte Veld, Lijkweg en Bosje van Staf zijn de kansen groot om geweidragers (mannetjes edelherten) te zien. Bij de meeste herten is het gewei nu bijna voltooid. Deze maand gaan de dieren beginnen met het vegen van hun gewei. Met als resultaat hevig toegetakelde boompjes en struiken die overal in het veld te zien zijn.

De reeënbronst begint rond de tweede helft van juli en daarmee neemt ook de zichtbaarheid van de reeën toe. Zelfs overdag is het geen uitzondering dat je de bok en geit tegenkomt. Bij het drijven (najagen) van de geit verliest de bok zijn waakzaamheid en kan hij soms plotseling voor je neus staan. Reeën leven vooral in de rijkere loofbossen van het Park. Dat zijn dan ook de plekken waar je de grootste kans hebt om iets van de bronstactiviteit mee te krijgen. Op warme dagen is de activiteit het grootst.

Bij de Schuilkelder, Zwarte Veld, Koeverbos en Lijkweg zijn met regelmaat wilde zwijnen te zien. Zij zijn in de zomermaanden voor hun voedsel vooral aangewezen op gras. Daarom zijn ze in de komende maand vooral op de wildweiden en akkers te zien. De eerstgeboren biggen van dit jaar hebben hun streepjesvacht verruild voor een lichtbruine vacht. De volwassen dieren hebben nu een zwart/grijze zomervacht.

De moeflons zijn en blijven de nomaden van het Park en trekken in grote kuddes rond. Hierdoor is nooit met zekerheid te zeggen waar de dieren zich ophouden. Op De Hoge Veluwe leven twee deelpopulaties die zich ophouden in de omgeving van het Bosje van Staf en de Deelense Start. De populatie bij het Bosje van Staf laat zich bij een zuidwestenwind vaak op het Oud-Reemsterzand zien.

Faunabeheer
Om de stand van de wilde zwijnen op een, naar draagkracht voor het terrein, juist aantal te houden, wordt deze maand in de avonduren begonnen met het afschot. 

Overige fauna
Tussen begin juli en eind augustus is de periode waarin veel libellen vliegen. Boomvalken jagen op deze insecten en zijn daarom vaak in de omgeving van de vennen op het Deelense Veld te zien. De meeste broedvogels hebben hun jongen inmiddels grootgebracht en sommige zijn aan een tweede broedsel begonnen. Wanneer ook deze jongen zijn uitgevlogen, neemt de vogelzang sterk af. Op warme zomerdagen is de kans groot dat u één van onze reptielensoorten tegenkomt. De Hoge Veluwe is een belangrijk leefgebied voor de zandhagedis, levendbarende hagedis, hazelworm, ringslang, gladde slang en adder.

Flora
De dopheide is een heidesoort die veelal op vochtige plaatsen in het Park voorkomt. Deze maand staat hij volop in bloei. Later in de zomer volgt de bloei van de struikheide, die meer op de drogere gronden voorkomt.

Wie deze maand de Berlagewandeling doet, kan genieten van de bloeiende waterlelies in de vijver bij het Jachthuis Sint Hubertus.

Een onopvallend maar mooi plantje dat in de zomer bloeit, is de grondster. Het is een vrij zeldzame eenjarige plant uit de anjerfamilie. De plant heeft haar Nederlandse naam te danken aan het feit dat de stengels min of meer stervormig op de grond liggen. De grondster ontkiemt in ondiep water, bijvoorbeeld een regenplas. In de zomer, als de grond droog is geworden, kleuren de bladeren en stengels rood. Je ziet grondster vaak langs fietspaden en in afgegraven plekken.