Wildtellingen

Om een goed inzicht te krijgen in de voorjaarsstanden van het grofwild, wordt er jaarlijks geteld. Vanwege de draagkracht van het terrein, gebaseerd op beschikbaar voedsel, doelstellingen als biodiversiteit, natuurlijke bosverjonging en verkeersveiligheid, zijn natuurbeheerders gehouden aan vaste voorjaarsstanden* voor het grofwild. Het Park houdt zich aan deze vastgestelde aantallen die door middel van afschot, jaarlijks worden verwezenlijkt.

De vorige maand zijn de edelherten geteld en na uitwerking van de telgegevens over twee telavonden zal de voorjaarsstand rond de 200 stuks uitkomen. Bij edelhert tellingen wordt gebruik gemaakt van zeven vaste telplekken en drie rijploegen. Om mogelijke dubbeltellingen te voorkomen, wordt er bij de tellingen zoveel mogelijk informatie over de getelde dieren genoteerd.

Het tellen van de reeën gebeurt niet op vaste telplekken want deze dieren hebben in tegenstelling tot de edelherten een territorium. Om inzicht te krijgen in de reeënstand worden er in de aanstaande periode door de jachtopzichters, regelmatig ochtend- en avondtelrondes gereden. De gewenste voorjaarstand is 150 stuks.

Ook moeflons en wilde zwijnen worden in het voorjaar geteld. Hiervan zijn de gewenste voorjaarsstanden tweehonderd en vijftig stuks.

*Voorjaarsstand is het aantal dieren na de afschotperiode en voor de geboorteperiode.