Moeflon
De moeflon is het kleinste wilde schaap dat er bestaat. Een moeflon heeft lange haren en gekrulde hoorns waaraan je precies kunt zien hoe oud hij is. Elk jaar komt er namelijk een groeiring bij op die hoorns. Zo’n set hoorns worden 'krukken' genoemd.
Gladde slang
Schrik niet als je toevallig een gladde slang ziet. Hij is niet giftig! De gladde slang doodt zijn prooi (hagedissen en muizen vooral) door ze te wurgen. Da’s een geruststellend idee, nietwaar?
Nachtzwaluw
De bijnaam van de nachtzwaluw is ‘geitenmelker’. Boeren hebben deze naam vroeger bedacht omdat ze meenden dat de vogel melk dronk uit de uiers van hun geiten. Ze kwamen op dat idee omdat de nachtzwaluw zo’n brede bek heeft. Deze bek gebruikt de nachtzwaluw in werkelijkheid alleen om zijn eten te vangen. Nachtvlinders bijvoorbeeld.
Salamander
Een salamander is een amfibie. Hij leeft deels op land, deels in het water. Dat maakt dat hij zich in het heidelandschap heel goed thuis voelt.
Een salamander eet wormen, sprinkhanen, kevers, naaktslakken en larven.
Adder
Amfibieën, muizen, jonge konijnen, kleine vogels en vogeleieren: ze staan allemaal op het menu van de adder. Kleine prooien slikt de adder in één keer door. Een grote prooi bijt hij eerst zodat zijn gif de prooi verlamt.